Chiang Mai

Het is nog donker wanneer onze nachtbus de busterminal van Chiang Mai binnenrijdt. Bij een oudere dame met een pan heet water op een vuurtje drinken we een kop koffie en gaan daarna met een rode Jeep Taxi naar de Oost-poort van de stad. Vervolgens is het nog een paar minuten lopen naar ons Guesthouse (met als manager Ron uit Apeldoorn). Ondanks het vroege uur worden we hartelijk welkom geheten en in afwachting van het beschikbaar komen van onze kamer mogen we op het dakterras vertoeven. We gebruiken de eerste dag om de stad te verkennen en vallen daarbij met onze neus in de boter, want het is zondagsmarkt, immens groot en gezellig. De daaropvolgende dagen trekken we er per mountainbike op uit. In de stad is het daarbij wel even wennen aan het drukke, linksrijdend, zes baans verkeer, maar de Thaise verkeersdeelnemers blijken naast ongedisciplineerd ook heel begripvol en anticiperend. De weg omhoog naar de Doi Suthep tempel, ongeveer 15km en compleet met de nodige haarspeldbochten, is erg pittig. Onderweg krijgen we gelukkig heel veel bijval in de vorm van opstekende duimen en complimenten en zo komen we uiteindelijk moe en bezweet boven, bij een prachtig goud blinkend tempelcomplex. Tijdens de keiharde afdaling verkrampen onze vingers bijna vanwege de kou (!) en het voortdurend in de remmen knijpen, al met al een hele belevenis. De volgende dag tussen de rijstvelden door fietst het heel wat relaxter. Onderweg lunch in een typisch Thais restaurantje en een bezoek aan Ban Tawai een handwerkers dorp. Op de terugweg een koffie stop in trendy restaurant in de middle of nowhere tussen de rijstvelden. Treinticket boeken terug naar Bangkok lukt (weer) niet, dus dat wordt (weer) de nachtbus. Maar eerst vanmiddag met de minibus voor een paar dagen Pai, vlak bij de grens met Myanmar (Birma).